Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
afslopen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
afslopen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
afslopen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
afslopen is hier. De definitie van het woord
afslopen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
afslopen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
afslopen
- overgankelijk helemaal afbreken
- zaken ergens vanaf breken
- ▸ En goed mogelijk dat we dan over een jaar of tien, de huidige hang naar de authentieke details, notariswoningen en boerderijservies helemaal zat zijn en alles er weer afslopen. En dan zullen we verbaasd uitroepen hoe prachtig kaal dit gebouw is, naast al die 19e eeuwse huizen met raamkozijnen en kaders van slagroom. Wat een heerlijke, eerlijke architectuur![1]
afslopen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afsluipen
- ...dat wij afslopen.
- ...dat jullie afslopen.
- ...dat zij afslopen.
50 % |
van de Nederlanders;
|
59 % |
van de Vlamingen.[2]
|