Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
afzeilen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
afzeilen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
afzeilen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
afzeilen is hier. De definitie van het woord
afzeilen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
afzeilen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
afzeilen [1]
- zeilend voltooien
- Maar hoewel we afkoersen op gebieden van oorlog en piraterij, gaan we het “rondje wereld” toch afzeilen. Nou ja, motoren dan, er staat al een paar dagen geen zuchtje wind. [2]
- zeilend vertrekken
- met de stroom van een rivier mee varen
- heel snel naar beneden gaan
- Een doorsneerenner gaat niet even met honderd van een berg afzeilen om te kijken of de remmen het goed doen.” [3]
- (figuurlijk) ergens naartoe gaan
- Soms komt er na de voorstelling een zwakzinnige op me afzeilen met de woorden: “Wat was het vanavond weer geweldig somber!” Voorheen informeerde ik of de persoon in kwestie dan niet gelachen had. Meestal bleek zulks wel het geval. Tegenwoordig doe ik er het zwijgen toe. Hoezeer mijn levensvisie ook mag verschillen van die van Toon Hermans, op de planken ben ik een komiek. Van onbegrip zie ik de humor niet meer in. [4]
83 % |
van de Nederlanders;
|
78 % |
van de Vlamingen.[5]
|