alf

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord alf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord alf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je alf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord alf is hier. De definitie van het woord alf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanalf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • alf
  • Middelnederlands alf ‘boze geest’, ontwikkeld uit Oergermaans *albaz ‘natuurgeest’. Evenals Nederduits Alf, Duits Alp, Alb ‘kwelduivel, nachtmerrie’, Engels elf en Noors alv.[1]
  • Nevenvorm van alver ‘glanzend voorntje (Alburnus alburnus)’.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord alf alven
verkleinwoord alfje
alfken
alfjes
alfkens

de alfm [3] [4]

  1. elf; een mythologisch wezen dat meestal over bovennatuurlijke krachten beschikt
  2. (overdrachtelijk) zot, dwaas


alf

  1. elf; 11, het getal tussen tien en twaalf


  • Afgeleid van het Oudnederlandse *alf

alf m

  1. elf, alf, een boze geest, die de mensen zoekt te bedriegen


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *albiz

alf m

  1. elf


  • alf

alf

  1. genitief meervoud van alfa


  • alf
  • Afgeleid van het Middelhoogduitse eilf

alf

  1. elf; 11, het getal tussen tien en twaalf


  • alf

alf g

  1. elf