aminozuur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aminozuur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aminozuur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aminozuur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aminozuur is hier. De definitie van het woord aminozuur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaminozuur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ami·no·zuur
  • In de betekenis van ‘organische verbinding die zowel amino- als carboxylgroep bevat’ voor het eerst aangetroffen in 1935 [1]
  • samenstelling van  amine  en  zuur  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aminozuur aminozuren
verkleinwoord aminozuurtje aminozuurtjes

het aminozuuro

  1. (biochemie) (medisch) bouwstof van de eiwitten, een organische verbinding die zowel een carboxylgroep (-COOH) als een aminegroep (-NH2) bezit
     - Voor het feit dat komeetinslagen nog een toevallig geschenk uit de kosmos meebrachten: de basisbestanddelen voor het leven en voor DNA, zoals ribose, kooldioxide, ethanol, aminozuren en fosfor.[3]
     De preparaten bleken in tegenstelling tot de vermelding op het etiket onzuiver en bestonden uit veel meer aminozuren dan alleen d- of l- glutaminezuur.[4]
96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]