Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
animositeit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
animositeit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
animositeit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
animositeit is hier. De definitie van het woord
animositeit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
animositeit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vijandigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1660 [1]
- afgeleid van het Franse animosité (met het achtervoegsel -iteit) [2] [3]
de animositeit v [4]
- vijandigheid
- De rechter in Hawaï, Derrick Watson, liet in zijn vonnis merken dat hij het nieuwe inreisverbod ziet als een discriminerende maatregel tegen moslims. Watson haalde tal van uitspraken aan van Trump en zijn getrouwen, die „onweerlegbaar” bewijzen dat de bedoeling achter het inreisverbod „religieuze animositeit” is. „Iedere redelijke, neutrale toeschouwer” zou het decreet zien als een poging „een zekere religie te benadelen, ongeacht het officiële, neutrale oogmerk”.[5]
- ▸ Ik zou iets van de animositeit tot uitdrukkig brengen die ik voor hem voelde.[6]
- ▸ Wist je dat een van de vliegtuigen geen raampjes had?' Ook elders bij de militairen bespeur ik een zekere animositeit ten opzichte van de Amerikanen.[7]
79 % |
van de Nederlanders;
|
80 % |
van de Vlamingen.[8]
|