anublasen aanvoegende wijs derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van anublar...
anublase aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van anublar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd...
condicional yo anublo yo anublaba yo anublé yo anublaré yo anublaría tu anublas tu anublabas tu anublaste tu anublarás tu anublarías él, ella, usted anubla...