Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
apie. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
apie, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
apie in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
apie is hier. De definitie van het woord
apie zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
apie, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- afgeleid van aap zn met het achtervoegsel -ie
het apie o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aap (informeel)
- ▸ Ik was destijds een jong apie, moest natuurlijk met de cup op de kiek.[1]
- dim. tant. (spel) kleine, eenvoudige knikker
- apies kijken
1. een dierentuin bezoeken
2. (figuurlijk) (pejoratief) zich op een ongepaste manier vergapen aan mensen met een andere levensstijl
- 1. ∗ Veel mensen houden van hún dierentuin. Samen ‘apies kijken’ is voor hen een gekoesterde, onvervangbare jeugdherinnering, die ze oppoetsen als ze met hun eigen kinderen komen en, in een volgende levensfase, met hun kleinkinderen.[2]
- 2. ∗ Haar boek is geen apies kijken, en zo ja, dan is ze zelf óók een apie. Dus als ze schrijft over Japanse boeddhabeelden die maar eens in de 500 jaar worden bekeken, dan observeert ze dat Nederland dat helemaal nooit zou kunnen, 500 jaar geduld oefenen.[3]
apie o
- (plantkunde) (voeding) selderij, eppe Apium graveolens