apparatuur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord apparatuur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord apparatuur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je apparatuur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord apparatuur is hier. De definitie van het woord apparatuur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanapparatuur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ap·pa·ra·tuur
  • van Duits Apparatur, in de betekenis van ‘samenstel van apparaten’ voor het eerst aangetroffen in 1933 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord apparatuur -
verkleinwoord

de apparatuurv

  1. geheel aan toestellen en toebehoor dat men voor een bepaalde taak benodigt.
    • Hoewel hij nooit kookte had hij toch een enorme hoeveelheid keukenapparatuur in zijn keuken staan. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]