Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
armzalig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
armzalig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
armzalig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
armzalig is hier. De definitie van het woord
armzalig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
armzalig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘pover’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- afgeleid van arm met het achtervoegsel -zalig [2]
armzalig
- van weinig waarde
- Ze woonden in een armzalig huis, maar waren wel gelukkig.
- van slechte kwaliteit
- ▸ En het zou een armzaliger leven zijn geworden zonder Ingeborg. Zo was het. Boven alles op aarde hield hij ook nu nog van Ingeborg.[3]
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[4]
|