afanarse a·fa·nar·se wederkerend zwoegen, zich uitsloven zijn best doen [1] trajinar, atarearse...
agobiarse a·go·biar·se wederkerend (~ bajo/por) gebukt gaan onder te hard werken, druk bezig zijn [2] atarearse...
het Spaanse werkwoord atarear Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) atarear atareado atareando Aantonende...