10 Resultaten gevonden voor "attacheer".

attacheer

Geluid:  attacheer    (hulp, bestand) at·ta·cheer attacheer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van attacheren Ik attacheer.  gebiedende wijs van...


attacherende

Geluid:  attacherende    (hulp, bestand) at·ta·che·ren·de attacherende verbogen vorm van attacherend, het onvoltooid deelwoord van attacheren Het woord...


attacherend

Geluid:  attacherend    (hulp, bestand) at·ta·che·rend attacherend onvoltooid deelwoord van attacheren Het woord attacherend staat in de Woordenlijst...


attacheren

Geluid:  attacheren    (hulp, bestand) at·ta·che·ren afgeleid van het Franse attacher (met het achtervoegsel -eren) attacheren overgankelijk als attaché...


attacher

 attacher    (hulp, bestand) attacher overgankelijk bevestigen [2], hechten vastmaken onovergankelijk blijven kleven, blijven plakken; aanbranden ne pas...


attacheert

enkelvoud tegenwoordige tijd van attacheren Jij attacheert.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van attacheren Hij attacheert.  (verouderd) gebiedende...


geattacheerd

ge·at·ta·cheerd vervoeging van attacheren: de stam met omvoegsel ge- -d geattacheerd voltooid deelwoord van attacheren Het woord geattacheerd staat in...


ne pas attacher son chien avec des saucisses

verbinding van  ne, pas, attacher, son, chien, avec, des  en saucisses; letterlijk: "z'n hond niet met worstjes vastbinden" ne pas attacher son chien avec des...


ne pas attacher son chien avec des saucisse s

verbinding van  ne, pas, attacher, son, chien, avec, des, saucisse  en s; letterlijk: "z'n hond niet met worstjes vastbinden" ne pas attacher son chien avec des...


attacheerde

 attacheerde    (hulp, bestand) at·ta·cheer·de attacheerde enkelvoud verleden tijd van attacheren Ik attacheerde.  Jij attacheerde.  Hij, zij, het attacheerde.  Het woord...