autaar
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord autaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord autaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je autaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord autaar is hier. De definitie van het woord autaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanautaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
―
- au·taar
- via Middelnederlands autare / outaer als normale uitspraakvariant ontstaan uit Oudnederlands altare (net zoals oud is ontstaan uit Oudnederlands alt) en zo vooral bij rooms-katholieken blijven bestaan [1] [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | autaar | autaren |
| verkleinwoord | autaartje | autaartjes |
- (religie) (verouderd) offertafel voor godsdienstige plechtigheden
- ▸ Wanneer ik voor het autaar kniel
en God in 't hart belijd,
dan hef ik mijn ontroerde ziel
uit sterflijkheid en tijd;[3]
- ▸ Wanneer ik voor het autaar kniel
- Het woord 'autaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ altaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gedichten : De tegenwoordigheid in: Vlaamsche Arbeid., jrg. 10 nr. 5 (mei 1920), De Vlaamsche Boekenhalle, Leuven / Gent / Mechelen / Leiden, p. 289
