Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
autist. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
autist, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
autist in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
autist is hier. De definitie van het woord
autist zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
autist, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de autist m
- iemand die autisme heeft
- In deze klas zitten twee autisten, die hebben soms wat extra aandacht nodig.
- (scheldwoord) beschuldiging dat iemands gedrag of gedachte onaangepast is
- Natuurlijk had je bier moeten halen, ben je een autist of zo?
- Hij begon me op de zenuwen te werken, die stomme autist! [2]
- Ik stak mijn hand uit en pakte de papieren, maar Peña rukte ze uit mijn hand en borg ze op in een la van zijn bureau, die de verdomde autist met een klap dichtschoof. [3]
- Als een student die bij mij een mondeling tentamen heeft gedaan haar verontwaardiging over mijn ontwijkende gedrag kenbaar maakt met de opmerking “die man is een autist!” dan hoeft ze echt niet uitvoerig uit te leggen wat ze daarmee bedoelt. Het woord 'autist' roept een stereotypisch beeld op van een contactgestoorde persoonlijkheid. Klaarblijkelijk is 'autist' niet zo maar een beschrijvende term, maar is het een beschrijvende term waar een negatieve lading aan vast zit. [4]
1. iemand die autisme heeft
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[5]
|
autist
- autist