automonteur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord automonteur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord automonteur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je automonteur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord automonteur is hier. De definitie van het woord automonteur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanautomonteur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een automonteur.
  • au·to·mon·teur
  • samenstelling van  auto zn  en  monteur zn , in de betekenis van ‘vakman die auto's onderhoudt en herstelt’ voor het eerst aangetroffen in 1947 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord automonteur automonteurs
verkleinwoord automonteurtje automonteurtjes

de automonteurm

  1. (beroep) vakman die de werking van motorvoertuigen met een carrosserie herstelt of verbetert
    • Mijn buurman is automonteur. 
     Het had bijna te moeilijk geleken in het begin, toen Clark er pessimistisch op was ingesteld dat hij naar de ambachtsschool zou gaan om blikslager, automonteur of iets dergelijks te worden.[2]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]