autoradio

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord autoradio. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord autoradio, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je autoradio in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord autoradio is hier. De definitie van het woord autoradio zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanautoradio, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • au·to·ra·dio
enkelvoud meervoud
naamwoord autoradio autoradio's
verkleinwoord autoradiootje autoradiootjes

de autoradiom

  1. in een auto ingebouwde radio (vaak tevens voorzien van cd-speler etc.)
    • In de spreektaal heeft men het nog steeds over de autoradio, maar in de praktijk is het ondertussen een multimediaal instrument, dat ook een functie kan hebben in telefonie en navigatie 
    • De autoradio staat hard aan. Eén van de mannen zit in de auto. Een paar anderen staan er omheen. Als er meisjes langs komen, fluiten of roepen ze naar hen. [2] 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]