babok

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord babok. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord babok, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je babok in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord babok is hier. De definitie van het woord babok zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbabok, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ba·bok
enkelvoud meervoud
naamwoord babok babokken
verkleinwoord - -

de babokm

  1. (verouderd) (scheldwoord) iemand die zich dom of bot gedraagt
    • Ook in de twistzaak van Maccovius, die mede op de Synode behandeld werd, ging Gomarus de grenzen der gematigdheid te buiten. Dat hij Maccovius inderdaad voor ‘plomperd, staak, babok, ezel’ uitgescholden heeft, is niet zonder voorbehoud aan te nemen, daar dit slechts door twee Remonstranten, Dwinglo en Wtenbogaert, wordt medegedeeld, zonder dat zij de bron vermelden; maar Maccovius zelf deinsde ook niet voor scherpe woorden terug. [3]
12 % van de Nederlanders;
6 % van de Vlamingen.[4]