badkamer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord badkamer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord badkamer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je badkamer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord badkamer is hier. De definitie van het woord badkamer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbadkamer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een badkamer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bad·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord badkamer badkamers
verkleinwoord badkamertje badkamertjes

Zelfstandig naamwoord

de badkamerv / m

  1. (sanitair), (vertrek) een vertrek waar men zich kan wassen en verzorgen
    • De badkamer werd opnieuw ingericht. 
     In de badkamer met een grote spiegel in een vergulde lijst was er met zichtbare tegenzin een moderne douchecabine aangebracht naast de antieke badkuip van email, die op vier bronzen pootjes in de vorm van leeuwenklauwen stond.
     Vaag hoorde ze hoe in de badkamer de stralen tegen de kunststofbodem van de douche kletterden.
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

badkamer

  1. badkamer


Veluws

Zelfstandig naamwoord

badkamer

  1. badkamer