baroktijd
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord baroktijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord baroktijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je baroktijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord baroktijd is hier. De definitie van het woord baroktijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbaroktijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- ba·rok·tijd
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | baroktijd | |
| verkleinwoord |
de baroktijd m
- (geschiedenis) periode van 1600 tot 1750
- Het woord baroktijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Recordbedrag aan munten in Trevi-fontein: 1,4 miljoen euro” (13-04-2017), NOS
- ↑ Weblink bron Arno Gelder“Lucie Horsch: De blokfluit is aan een opmars bezig” (28-02-2019), Tubantia
