Geluid: baste (hulp, bestand) bas·te baste enkelvoud verleden tijd van bassen Ik baste. Jij baste. Hij, zij, het baste. Het woord baste staat in...
Geluid: bast (hulp, bestand) bast In de betekenis van ‘schors’ voor het eerst aangetroffen in 1105 de bast m (plantkunde) buitenste laag van een boom...
Geluid: basten (hulp, bestand) bas·ten de basten mv meervoud van het zelfstandig naamwoord bast basten meervoud verleden tijd van bassen Wij basten. Jullie...
(Noord-Nederland): /ˈbom.bɑst/ (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.bɑst/ boom·bast samenstelling van boom en bast de boombast m de bast ("huid") van een boom...
ki·na·bast samenstelling van kina zn en bast zn de kinabast m de bast van de kinaboom (farmacologie) grondstof voor kinineproductie 1. de bast van...
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? bast·rep bastrep, o basttouw (een touw van bast of plantenvezels) bastrep genitief onbepaald onzijdig enkelvoud...
basteloos (hulp, bestand) bas·te·loos afgeleid van bast met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -loos basteloos zonder bast Een basteloze boom is een dode boom. ...