Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
batavisme. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
batavisme, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
batavisme in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
batavisme is hier. De definitie van het woord
batavisme zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
batavisme, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het batavisme o
- woord of uitdrukking uit het Nederlands overgenomen in een andere taal dat door gezaghebbende deskundigen afgekeurd wordt als strijdig met het eigen karakter van de overnemende taal
- ▸ Met de pedanterie van een klassieke filoloog van een vroegere generatie kritiseert hij met de moderne Grevisse van Le bon usagein de hand Hemsterhuis' batavismen en ‘verbetert’ hij bijvoorbeeld diens subjonctif- en conditionnel-gebruik waardoor de goede Hollandse filosoof zich nu ineens uitdrukt als een Franse president uit de eerste jaren van de Vijfde Republiek.[1]
- (politiek) (geschiedenis) benaming voor Nederlands nationalisme vanaf het einde van de 18e tot in de 19e eeuw
- ▸ ⧖ Engeland, door een spade vriendschapsgevoel geleid of ook door den nood der tijden gedwongen, was nu eindelijk een vertrouwbaar bondgenoot geworden, en het engelsche volk wedijverde met zijne Regeering in sympathie voor het land, dat eenmaal de fiere Vereenigde Provinciën was geweest, en nu, na een hevigen aanval van gewaand batavisme, uitgeput en machteloos aan de voeten van Napoleon was neergezegen.[2]
- ↑
Weblink bron Camiel Hamans
Frans Hemsterhuis' geestelijk huwelijk: een Socrates in de achttiende eeuw in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman., jrg. 31 nr. 2 (winter 2008), Stichting Jacob Campo Weyerman, Moordrecht, p. 148
- ↑
Weblink bron Damas
Haagsche Omtrekken. LXVI. (1 december 1888) in: Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage, jrg. 222 nr. 286 (3 december 1888), P.E. van Staden en Zoon, 's-Gravenhage, p. 1 kol. 1/2