Geluid: beboterd (hulp, bestand) be·bo·terd vervoeging van beboteren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel beboterd voltooid...
Geluid: beboterde (hulp, bestand) be·bo·ter·de beboterde enkelvoud verleden tijd van beboteren Ik beboterde. Jij beboterde. Hij, zij, het beboterde. verbogen...
Geluid: beboterden (hulp, bestand) be·bo·ter·den beboterden meervoud verleden tijd van beboteren Wij beboterden. Jullie beboterden. Zij beboterden. Het...
voorkomen De moeder had de boterhammen van haar kinderen dik beboterd. - Hij beboterde het stuk brood en strooide er wat muisjes op. - Ik ben van plan...
bebotert. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beboteren Bebotert! beboterd Het woord bebotert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...
beurré voltooid deelwoord (participe passé) van beurrer, letterlijk: "beboterd" beurré (spreektaal) lazarus, stomdronken «Quand ils sont arrivés chez...
(voeding) een traditioneel Deens lunchgerecht dat doorgaans bestaat uit een beboterde snee roggebrood, die met een uitgebreid beleg van saus, kaas, vlees, vis...
Aanmaken? verbinding van beurré, comme, un, petit en Lu; letterlijk: "beboterd als een koekje van LU " beurré comme un petit Lu (spreektaal) zat als een...
had beboterd had beboterd had beboterd hadt beboterd had beboterd hadden beboterd hadden beboterd hadden beboterd toekomend (v.t.t.t.) zal beboterd hebben...