beestje

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord beestje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord beestje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je beestje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord beestje is hier. De definitie van het woord beestje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbeestje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • beest·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord beestje beestjes

het beestjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beest
    • Mijn hond is altijd een braaf beestje geweest, maar nu had hij toch iemand gebeten. 
  2. dim. tant. een klein diertje, insect, bacterie, worm
    • Er zaten opeens een hele lading kleine beestjes op de voorruit. 
  3. dim. tant. (informatica), (informeel) een foutje in het programma
    • Er zitten wat beestjes in de nieuwste versie van onze software. 
  • De aard van het beestje zijn
een eigenschap van iets/iemand zijn
  • Huisje-boompje-beestje
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be