Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
belas. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
belas, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
belas in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
belas is hier. De definitie van het woord
belas zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
belas, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
belas
- enkelvoud verleden tijd van belezen
- Ik belas.
- Jij belas.
- Hij, zij, het belas.
- Terwijl de pater het belas, dropen de druppels zweet van Grootmoeders gezicht op het wichtje neer. [1]
belas
- medegevoel
- «Timbul belas kasihan melihat pengemis itu»
- Er komt een gevoel van medelijden op als men naar die bedelaar kijkt.
- "-tien", woord dat het voorgaande telwoord met 10 vermeerderd om de getallen 11 tot 19 en hun afleidingen te vormen
- «Sebelas tambah tiga sama dengan empat belas.»
- Elf plus drie is veertien.
- Alleen sebelas (elf) wordt aaneengeschreven en vormt een nieuw zelfstandig naamwoord, dua belas (twaalf) tot sembilan belas (negentien) zijn steeds twee woorden: een telwoord en een zelfstandig naamwoord