beliepen (hulp, bestand) be·lie·pen beliepen meervoud verleden tijd van belopen Wij beliepen. Jullie beliepen. Zij beliepen. Het woord beliepen...
Geluid: beliep (hulp, bestand) be·liep beliep enkelvoud verleden tijd van belopen Ik beliep. Jij beliep. Hij, zij, het beliep. Het woord beliep staat...
privébedrijf, waarbij enkel de declaraties al ruim 70.000 euro per jaar beliepen. staatsonderneming Het woord privébedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse...
meervoud van het zelfstandig naamwoord dagvaardingsprocedure In 1982 beliepen de echtscheidingsgedingen immers meer dan de helft (35.000) van de (60...
stamtijd onbepaalde wijs verleden tijd voltooid deelwoord belopen beliep belopen klasse 7 volledig...
beloopt belopen belopen belopen verleden (o.v.t.) beliep beliep beliep beliept beliep beliepen beliepen beliepen toekomend (o.t.t.t.) zal belopen zult/zal belopen...