bengel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bengel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bengel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bengel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bengel is hier. De definitie van het woord bengel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbengel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ben·gel
  • In de betekenis van ‘deugniet’ voor het eerst aangetroffen in 1635 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bengel bengels
verkleinwoord bengeltje bengeltjes

de bengelm

  1. (scheldwoord) deugniet
     We hebben drie van die bengels grootgebracht, waar.[3]
vervoeging van
bengelen

bengel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bengelen
    • Ik bengel. 
  2. gebiedende wijs van bengelen
    • Bengel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bengelen
    • Bengel je? 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]