benig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord benig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord benig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je benig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord benig is hier. De definitie van het woord benig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbenig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·nig
  • Afgeleid van been met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen benig beniger benigst
verbogen benige benigere benigste
partitief benigs benigers -

benig

  1. waarvan been of bot een groot deel uitmaakt
    • Die benige vis is niet te eten. 
  2. mager
    • De benige marathonloper woog maar 40 kg. 
     Haar benige wijsvinger priemde in de richting van twee fauteuils.[1]
  3. lijkend op bot
    • Ik heb een benige knobbel op mijn hand. 
85 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[2]