benzol

• Geluid:  benzol    (hulp, bestand)
• IPA: / bɛnˈzɔl / (2 lettergrepen)

• ben·zol

• van Duits Benzol, als benaming in 1834 voor het eerst gebruikt door de Duitse scheikundige J. Von Liebig (1803-1873) gevormd uit Benzin met -ol als verwijzing naar Latijn oleum "olie", in de betekenis van ‘benzeen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1867 ^[1][2][3]

benzol m / o

1. (scheikunde) een organische verbinding met als brutoformule C₆H₆

• benzeen

• azobenzol, nitrobenzol

• verdunningsmiddel

• Het woord benzol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "benzol" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• IPA: /bɛnzɔl/, /bɛw̃zɔl/

• ben·zol

benzol m

1. (scheikunde) BTEX; een mengsel van aromatische koolwaterstoffen, met name benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen

• produkt

• benzol surowy

• benzolowy

• benzolownia v

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

benzol m

1. (scheikunde) BTEX; een mengsel van aromatische koolwaterstoffen, met name benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen

• IPA: /bɛnzɔl/

• ben·zol

benzol monbezield

1. (scheikunde) BTEX; een mengsel van aromatische koolwaterstoffen, met name benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen
2. (scheikunde)(verouderd) benzeen, benzol; een van de bekendste vertegenwoordigers van de aromatische verbindingen

1. –
2. C₆H₆

1. –
2. organická sloučenina v, uhlovodík monbezield

1. –
2. benzen monbezield

• benzolový
• nitrobenzol monbezield

• lihobenzolový
• nitrobenzen monbezield

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)