bespikkelen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bespikkelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bespikkelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bespikkelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bespikkelen is hier. De definitie van het woord bespikkelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbespikkelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • be·spik·ke·len

bespikkelen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bespikkelen
bespikkelde
bespikkeld
zwak -d volledig
  1. iets met kleine vlekjes bedekken
    • Pakt u behalve de kurkentrekker vooral ook even uw pikhouweel: we gaan klimmen. Naar een door God en iedereen verlaten plek, zo lijkt het. Behalve dan dat een paar wijnboeren zonder hoogtevrees wel heil zagen in wat wijngaarden in de streek Valle d'Aosta. Piepkleine bedrijven runnen zij, met versnipperd gelegen wijngaarden op de flanken van de Mont Blanc, en in de berggemeentes die de Matterhorn bespikkelen. Sommige op 650 meter boven zeeniveau, andere zelfs op bijna 1200 meter. Hoger gelegen wijngaarden zijn in Europa niet te vinden. [2] 
    • In Jonge Vlieger voert haar verbeelding je mee naar een verafgelegen dorp, een stille plaats die, omringd door velden en een duister woud, ligt ingeklemd tussen hoge bergmassieven. Boven het dorp hangen honderden vliegers, die als ‘rode, witte, blauwe en groene’ vlinders de lucht bespikkelen en kunstig omhoog worden gehouden door twee zonderlinge kluizenaars, Ouwe en Nieuwe Vlieger. [3] 
80 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[4]