be·sø·ka besøka, mv bepaalde vorm nominatief meervoud van besøk besøkene be·sø·ka besøka onbepaalde wijs, tweede vorm naast besøke, zie aldaar besøke...
be·sø·kan·de besøkande onvoltooid deelwoord van besøka besøkande onvoltooid deelwoord van besøke besøkande onvoltooid deelwoord van besøkja besøkande onvoltooid...
be·sø·kast besøkast lijdende vorm met -st van besøka besøkast lijdende vorm met -st van besøke besøkast lijdende vorm met -st van besøkja besøkast lijdende...
besøkt voltooid deelwoord van besøke be·søkt besøkt voltooid deelwoord van besøka besøkt voltooid deelwoord van besøke besøkt voltooid deelwoord van besøkja...
be·søk·te besøkte verleden tijd van besøke be·søk·te besøkte verleden tijd van besøka besøkte verleden tijd van besøke besøkte verleden tijd van besøkja besøkte...
verouderde spelling of vorm van besøkast tot 2012 (verouderd) lijdende vorm van besøka en besøke Taalhervorming 2012: Ny rettskriving for 2000-talet (in het Nynorsk)...
werkwoorden besøke en besøkjemet het voorvoegsel be- besøk gebiedende wijs van besøka besøk gebiedende wijs van besøke besøk gebiedende wijs van besøkja besøk...
langskomen, langslopen overgankelijk bijwonen (bijv. een vergadering) [1-3]: besøka [1-3]: besøkja [1-3]: besøkje [1-2]: sjå innom [1-2]: gjeste [1-2]: gjesta...
zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van besøka besøker zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende...