bewaker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bewaker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bewaker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bewaker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bewaker is hier. De definitie van het woord bewaker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbewaker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·wa·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord bewaker bewakers
verkleinwoord bewakertje bewakertjes

de bewakerm

  1. (beroep) een persoon die toezicht houdt op de veiligheid van iets of iemand
    • De bewaker liet ons niet door de poort gaan. 
     'De bewakers waren in de westelijke vleugel vanwege een echtelijke ruzie die uit de hand dreigde te lopen,' antwoordde Kiriakos meteen.[1]
     Dan kwam je nooit langs de spiedende ogen van de bewakers die standaard bij de hotelingang stonden. Ze gingen zitten op een terrasje met uitzicht op de ingang van het hotel.[1]
  2. (beroep) een persoon die ervoor zorgt dat gevangenen niet ontsnappen, cipier, gevangenbewaarder
    • De bewaker was de mannen aan het tellen. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]