bewaken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bewaken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bewaken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bewaken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bewaken is hier. De definitie van het woord bewaken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbewaken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·wa·ken
  • Afgeleid van waken met het voorvoegsel be-.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bewaken
bewaakte
bewaakt
zwak -t volledig

bewaken

  1. overgankelijk toezicht houden op de veiligheid van iets of iemand
    • De president wordt 24/7 bewaakt. 
     `Onze gasten kunnen gerust slapen in de wetenschap dat hun vertrekken duchtig worden bewaakt; zei Montebello. `Om zich toegang te verschaffen tot de bovenverdiepingen dient men te passeren tussen de hybride verschijningsvorm van de angst en het verraderlijk spinnende poesje dat voor raadselen stelt, die respectievelijk staan voor het weinig realistische zelfbeeld van de man en het wezen van de vrouw, als u het mij toestaat u te amuseren met mijn dilettantisme op het gebied van de symboliek.[1]
  2. overgankelijk ervoor zorgen dat iemand niet ontsnapt
    • De gevangenen worden constant bewaakt. 
  3. overgankelijk iets in het oog houden
    • Hij moest het budget van de bewaken bewaken. 
    • De zieke werd 24/7 bewaakt op de IC. 
  4. (sport)zorgen dat een aanvaller niet kan scoren
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be