bewindhebber

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bewindhebber. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bewindhebber, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bewindhebber in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bewindhebber is hier. De definitie van het woord bewindhebber zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbewindhebber, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·wind·heb·ber
enkelvoud meervoud
naamwoord bewindhebber bewindhebbers
verkleinwoord

de bewindhebberm

  1. iemand die ergens het beheer over heeft
     De kunstenares is de jongste en enige nog levende telg uit een adellijk geslacht. Haar familie woonde vanaf de zeventiende eeuw in grachtenpanden aan de Keizersgracht. De Van Loons waren burgemeester, handelaar of VOC-bewindhebber. In hun tijd golden ze als gerespecteerde steunpilaren van de Amsterdamse maatschappij, nu zijn ze dandy punks met felrode hanenkammen, nagellak, spikes en eyeliner.[2]
     Stadsbestuurders financierden met eigen geld plantages in bijvoorbeeld Suriname. Ze combineerden de functie van bewindhebber van de VOC en WIC met die van wethouder of burgemeester. In de 19e eeuw verschoof het zwaartepunt van de koloniale handel van het westen naar het oosten, met name naar Nederlands-Indië. Die ontwikkeling maakte mede de groei van Rotterdam als wereldhaven mogelijk.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Familie Van Loon: van rijke VOC-handelaar naar rebelse punker” (Vrijdag 1 december 2017, 14:52), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Gemeente Rotterdam biedt excuses aan voor slavernijverleden” (Vrijdag 10 december 2021, 13:15), NOS