Geluid: bezaaiend (hulp, bestand) be·zaai·end bezaaiend onvoltooid deelwoord van bezaaien Het woord bezaaiend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: bezaaiende (hulp, bestand) be·zaai·en·de bezaaiende verbogen vorm van bezaaiend, het onvoltooid deelwoord van bezaaien Het woord bezaaiende staat...
bezaai (hulp, bestand) be·zaai bezaai eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezaaien Ik bezaai. gebiedende wijs van bezaaien Bezaai! ...
Geluid: bezaaiingen (hulp, bestand) be·zaai·in·gen de bezaaiingen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord bezaaiing Het woord bezaaiingen staat in...
Geluid: bezaaien (hulp, bestand) be·zaai·en afgeleid van zaaien met het voorvoegsel be- bezaaien een akker met zaad bestrooien De tekst luidt: 'Uw...
Geluid: bezaaiing (hulp, bestand) be·zaai·ing Naamwoord van handeling van zaaien met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ing de bezaaiing v dat...
van bezaaien Jij bezaait. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezaaien Hij bezaait. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezaaien Bezaait...
verleden tijd van bezaaien Ik bezaaide. Jij bezaaide. Hij, zij, het bezaaide. verbogen vorm van bezaaid, voltooid deelwoord van bezaaien Het woord bezaaide...
bezaaiden (hulp, bestand) be·zaai·den bezaaiden meervoud verleden tijd van bezaaien Wij bezaaiden. Jullie bezaaiden. Zij bezaaiden. Het woord bezaaiden...
be·zaaid vervoeging van bezaaien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel bezaaid voltooid deelwoord van bezaaien bezaaid overdekt met...