10 Resultaten gevonden voor "bezaaiend".

bezaaiend

Geluid:  bezaaiend    (hulp, bestand) be·zaai·end bezaaiend onvoltooid deelwoord van bezaaien Het woord bezaaiend staat in de Woordenlijst Nederlandse...


bezaaiende

Geluid:  bezaaiende    (hulp, bestand) be·zaai·en·de bezaaiende verbogen vorm van bezaaiend, het onvoltooid deelwoord van bezaaien Het woord bezaaiende staat...


bezaai

 bezaai    (hulp, bestand) be·zaai bezaai eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezaaien Ik bezaai.  gebiedende wijs van bezaaien Bezaai! ...


bezaaiingen

Geluid:  bezaaiingen    (hulp, bestand) be·zaai·in·gen de bezaaiingen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord bezaaiing Het woord bezaaiingen staat in...


bezaaien

Geluid:  bezaaien    (hulp, bestand) be·zaai·en afgeleid van zaaien met het voorvoegsel be- bezaaien een akker met zaad bestrooien De tekst luidt: 'Uw...


bezaaiing

Geluid:  bezaaiing    (hulp, bestand) be·zaai·ing Naamwoord van handeling van zaaien met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ing de bezaaiing v dat...


bezaait

van bezaaien Jij bezaait.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezaaien Hij bezaait.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezaaien Bezaait...


bezaaide

verleden tijd van bezaaien Ik bezaaide.  Jij bezaaide.  Hij, zij, het bezaaide.  verbogen vorm van bezaaid, voltooid deelwoord van bezaaien Het woord bezaaide...


bezaaiden

 bezaaiden    (hulp, bestand) be·zaai·den bezaaiden meervoud verleden tijd van bezaaien Wij bezaaiden.  Jullie bezaaiden.  Zij bezaaiden.  Het woord bezaaiden...


bezaaid

be·zaaid vervoeging van bezaaien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel bezaaid voltooid deelwoord van bezaaien bezaaid overdekt met...