bezoekuur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bezoekuur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bezoekuur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bezoekuur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bezoekuur is hier. De definitie van het woord bezoekuur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbezoekuur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·zoek·uur
enkelvoud meervoud
naamwoord bezoekuur bezoekuren
verkleinwoord bezoekuurtje bezoekuurtjes

het bezoekuuro

  1. Vooraf bepaalde periode waarin bezoek mogelijk is in een instelling.
     Het bezoekuur is voorbij, was het eerste wat haar te binnen schoot.[1]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]