Geluid: biggelend (hulp, bestand) big·ge·lend biggelend onvoltooid deelwoord van biggelen Het woord biggelend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: biggelende (hulp, bestand) big·ge·len·de biggelende verbogen vorm van biggelend, het onvoltooid deelwoord van biggelen Het woord biggelende staat...
biggel (hulp, bestand) big·gel biggel eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van biggelen Ik biggel. gebiedende wijs van biggelen Biggel! ...
biggelen (hulp, bestand) big·ge·len In de betekenis van ‘(van tranen) naar beneden rollen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 biggelen onovergankelijk...
van biggelen Jij biggelt. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van biggelen Hij biggelt. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van biggelen Biggelt...
bestand) ge·big·geld vervoeging van biggelen: de stam met omvoegsel ge- -d gebiggeld voltooid deelwoord van biggelen Het woord gebiggeld staat in de Woordenlijst...
biggelde (hulp, bestand) big·gel·de biggelde enkelvoud verleden tijd van biggelen Ik biggelde. Jij biggelde. Hij, zij, het biggelde. Het woord biggelde...
biggelden (hulp, bestand) big·gel·den biggelden meervoud verleden tijd van biggelen Wij biggelden. Jullie biggelden. Zij biggelden. Het woord biggelden...
voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs biggelend gebiggeld ev. biggel mv. verouderd biggelt biggele aantonende wijs enkelvoud meervoud onvoltooid...
heeft er een fotoboek over gemaakt dat je de tranen over de wangen doet biggelen. Het woord haarlok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...