bijtijds

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bijtijds. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bijtijds, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bijtijds in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bijtijds is hier. De definitie van het woord bijtijds zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbijtijds, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bij·tijds

bijtijds

  1. (ruim) binnen de beschikbare tijd, op tijd
    • Als je bijtijds vertrekt hoef je je niet te haasten. 
    • Hij had al zijn werkstukken bijtijds ingeleverd. 
    • Hij was nog een half uur doorgelopen en de Heuvels waren hoger en hoger geworden toen hij plotseling bijna struikelde. Hij kon zich nog bijtijds op de been houden. [1] 
97 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]
  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 120
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be