binst

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord binst. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord binst, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je binst in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord binst is hier. De definitie van het woord binst zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbinst, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • binst
  • Genitief van Middelnederlands bin ‘binnen, gedurende’ [1], samengesteld uit *bi- (= mod. Nederlands bij) en *in, *inna (= mod. Nederlands in), verwant aan binnen.
  • In de betekenis van voorzetsel voor het eerst aangetroffen in 1444, zie vindplaats hieronder.

binst [2]

  1. (Vlaams, Zeeuws) tijdens, gedurende, in dit tijdvak
     Binst die middelerentiid kam den oudsten zeune van 't land na zen huus were; maer os'hen 't huus naesde en dat hen hoorde 'tgezank en 't gedansel[3]
     Binst het woelen van het tempeest volgen dikwijls de schepen, omdat ze door ondervinding weten dat er soms wat spek voor hunnen bek over boord geraakt.[4]
     In de laatste weken waren nog slechts een VIJFTAL personen de hoofdpersonnagen en de meerderheid van die personen stonden in den aktieven weerstand, BINST DAT DE VIJAND IN ONS LAND WAS. Die worden herhaaldelijk aangevallen, maar de zwarten, de collaborateurs, die laten zij met rust.[5]
11 % van de Nederlanders;
33 % van de Vlamingen.[6]
  1. binst op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 18 oktober 2020 Weblink bron
    anoniem
    Die eerste bliscap van Maria, misteriespel van het jaer 1444 (1845), Maatschappij tot Bevordering der Nederduitsche Taal- en Letterkunde, Gent in:
    J.F. Willems (red.)
    Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands. Deel 9, p. 214
  4. E.H.J. Iserbyt
    “Vogels” (1906)
  5. Bronlink geraadpleegd op 18 oktober 2020 Weblink bron Aan de welweters van het O.F. (24 november 1945) in: De Liberaal, jrg. 12 nr. 16, p. 1 kol. 1
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • binst

Provinciale Zeeuwse Courant#: Da‘s anders ‘s eens een lekker zonnetje ee?" zegt 'n vrouwe tegen me binst an 'k wat staot te vegen.[2]

  1. binst op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 oktober 2020 Weblink bron
    Rinus Willemsen
    “Ze wisten d‘r van” (26 mei 2012)