bisdom

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bisdom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bisdom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bisdom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bisdom is hier. De definitie van het woord bisdom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbisdom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bis·dom
  • In de betekenis van ‘diocees’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Afgeleid van -bis- (verkorting van bisschop) met het achtervoegsel -dom.
enkelvoud meervoud
naamwoord bisdom bisdommen
verkleinwoord bisdommetje bisdommetjes

het bisdomo

  1. (religie) kerkrechtelijk afgebakend gebied dat onder de bevoegdheid van een bisschop staat
    • De kardinaal bezocht bisdom Hasselt. 
97 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]