biskop

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord biskop. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord biskop, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je biskop in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord biskop is hier. De definitie van het woord biskop zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbiskop, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een biskop.
Een bisschop.


enkelvoud meervoud
naamwoord biskop biskoppe

biskop

  1. (religie) bisschop


  • Ontwikkeld uit het Oudnoorse biskup.

biskop g

  1. (religie) bisschop


biskop

  1. (religie) bisschop


  • bis·kop

biskop

  1. (religie) bisschop
  2. (spreektaal) bioscoop (officiële schrijfwijze: bioskop)


  • Ontleend van het Engelse bishop.

biskop

  1. (religie) bisschop


biskop

  1. (religie)(beroep) bisschop; een christelijke geestelijke die aan het hoofd staat van een bisdom


  • bis·kop
  • Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord biskup.

biskop m

  1. (religie) bisschop
    «Biskopene har en sentral stilling i Den katolske og de ortodokse kirker.»
    De bisschoppen hebben een centrale positie in de katholieke en orthodoxe kerken.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   biskop     biskopen     biskoper     biskopene  
genitief   biskops     biskopens     biskopers     biskopenes  


  • bis·kop
  • Afkomstig van het Oudnoorse naamwoord biskup.

biskop m

  1. (religie) bisschop
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   biskop     biskopen     biskopar     biskopane  
genitief                


biskop

  1. (religie)(beroep) bisschop; een christelijke geestelijke die aan het hoofd staat van een bisdom


  • Ontwikkeld uit het Oudnoorse biskup.

biskop g

  1. (religie) bisschop
biskops enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     biskop     biskopen     biskopar     biskoparna  
  genitief     biskops     biskopens     biskopars     biskoparnas