10 Resultaten gevonden voor "bloeide".

bloeide

 bloeide    (hulp, bestand) bloei·de bloeide enkelvoud verleden tijd van bloeien Ik bloeide.  Jij bloeide.  Hij, zij, het bloeide.  Het woord bloeide staat...


bloeide na

Geluid:  bloeide na    (hulp, bestand) bloei·de na uit bloeide (werkwoord) en na, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bloeide na enkelvoud verleden...


bloeide uit

Geluid:  bloeide uit    (hulp, bestand) bloei·de uit uit bloeide (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bloeide uit enkelvoud verleden...


bloeide op

Geluid:  bloeide op    (hulp, bestand) bloei·de op uit bloeide (werkwoord) en op, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bloeide op enkelvoud verleden...


bloeide open

Geluid:  bloeide open    (hulp, bestand) bloei·de open bloeide open enkelvoud verleden tijd van openbloeien Ik bloeide open.  Jij bloeide open.  Hij, zij...


bloeiden

 bloeiden    (hulp, bestand) bloei·den bloeiden meervoud verleden tijd van bloeien Wij bloeiden.  Jullie bloeiden.  Zij bloeiden.  Het woord bloeiden staat...


bloeiden uit

Geluid:  bloeiden uit    (hulp, bestand) bloei·den uit uit bloeiden (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bloeiden (...) uit meervoud...


bloeiden na

Geluid:  bloeiden na    (hulp, bestand) bloei·den na uit bloeiden (werkwoord) en na, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bloeiden (...) na meervoud...


bloeiden op

woorden staan bloeiden (…) op meervoud verleden tijd van opbloeien Wij bloeiden op.  Jullie bloeiden op.  Zij bloeiden op.  Het woord bloeiden op staat in...


bloeiden open

Geluid:  bloeiden open    (hulp, bestand) bloei·den open uit bloeiden (werkwoord) en open, hiertussen kunnen nog andere woorden staan bloeiden (...) open...