Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
boekhouder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
boekhouder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
boekhouder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
boekhouder is hier. De definitie van het woord
boekhouder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
boekhouder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Samenstellende afleiding van boek en de stam van houden met het achtervoegsel -er
de boekhouder m
- (beroep) iemand die de inkomsten en uitgaven van een organisatie bijhoudt
- Mijn vader is boekhouder. Vroeger hielp ik hem vaak met het sorteren van bonnen op datum. Het was een bevredigend proces om van de kluwen papieren briefjes uit de schoenendoos uiteindelijk een georganiseerde map te maken. Helaas heeft deze kinderarbeid niet geresulteerd in enige affiniteit met administratie. Integendeel.[1]
- Toch was hij ook eigen plannen gaan ontwikkelen. Hij wilde weg, hij voelde wel wat voor Tonkin, al wist hij zelf niet goed waarom. In ieder geval wilde hij het beroep van boekhouder opgeven en iets anders gaan doen. [2]
1. iemand die de inkomsten en uitgaven van een organisatie bijhoudt
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|