boekhouder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boekhouder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boekhouder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boekhouder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boekhouder is hier. De definitie van het woord boekhouder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboekhouder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • boek·hou·der
  • Samenstellende afleiding van boek en de stam van houden met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord boekhouder boekhouders
verkleinwoord boekhoudertje boekhoudertjes

de boekhouderm

  1. (beroep) iemand die de inkomsten en uitgaven van een organisatie bijhoudt
    • Mijn vader is boekhouder. Vroeger hielp ik hem vaak met het sorteren van bonnen op datum. Het was een bevredigend proces om van de kluwen papieren briefjes uit de schoenendoos uiteindelijk een georganiseerde map te maken. Helaas heeft deze kinderarbeid niet geresulteerd in enige affiniteit met administratie. Integendeel.[1] 
    • Toch was hij ook eigen plannen gaan ontwikkelen. Hij wilde weg, hij voelde wel wat voor Tonkin, al wist hij zelf niet goed waarom. In ieder geval wilde hij het beroep van boekhouder opgeven en iets anders gaan doen. [2] 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC 25 mei 2016
  2. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 16
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be