boemelaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boemelaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boemelaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boemelaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boemelaar is hier. De definitie van het woord boemelaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboemelaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • boe·me·laar
enkelvoud meervoud
naamwoord boemelaar boemelaars
verkleinwoord boemelaartje boemelaartjes

de boemelaarm

  1. iemand die vaak boemelt (uitgaat)
77 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be