boezem

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boezem. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boezem, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boezem in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boezem is hier. De definitie van het woord boezem zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboezem, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vrouw met oranje strik op haar boezem
  • boe·zem
  • In de betekenis van ‘borsten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord boezem boezems
verkleinwoord boezempje boezempjes

de boezemm

  1. (anatomie) bovendeel van het voorlijf
    • Het magere meisje had een platte boezem. 
    • Pronte boezem of uitstekende kont, hoge of lagere taille? De communis opinio over wat aantrekkelijk is blijkt al sinds jaar en dag zo veranderlijk als wat. Bewondering voor het vakmanschap, tot in detail toegelicht in heldere bijschriften en relativering van waar de mens toch al die moeite voor doet, gaan hier hand in hand.[3] 
     Een lome blik op de imposante boezem van een langslopende dame bleek een vergeefse poging tot afstel.[4]
  2. (anatomie) de twee bovenste afdelingen van het hart
     De holle hartspier bestaat uit een linker- en een rechterhelft die ieder weer zijn onderverdeeld in een boezem en een kamer, ofwel een atrium en een ventrikel.[5]
  3. (waterbeheer) waterloop die als verzamelbekken van het te spuien water van een polder dient
     Als voornaamste oorzaak van de kadedoorbraken bij Wilnis en Terbregge wordt de droge zomer van 2003 met als gevolg uitdroging van de veenkade in combinatie met hydraulische kortsluiting tussen boezem en onderliggende zandlaag genoemd.[6]
     In de boezem staat de nul op de peilschaal voor het NAP-niveau. Het waterpeil in de boezem staat permanent op 43 centimeter onder NAP: het boezempeil. In de polder staat de nul op de peilschaal voor het waterpeil uit het peilbesluit. Daar staat “SP” op de nullijn, wat staat voor schouwpeil.[7]
  4. (figuurlijk) het meest eigen deel van iets of iemand (n.l. in het hart)
    • De integriteit van regionale bestuurders, meer dan het leiderschap van Infantino, zal bepalen of grootschalig ethisch wangedrag en crimineel handelen in de boezem van de FIFA tot het verleden behoren.[8] 
  • De hand in eigen boezem steken
Eerst kijken naar wat je zelf fout gedaan hebt, alvorens anderen te bekritiseren
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[9]
  1. "boezem" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. M009867 Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Sandra Heerma van Voss NRC 23 februari 2016
  4. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia, ISBN 90-229-9182-2
  5. Bronlink geraadpleegd op 4 mei 2022 Weblink bron “Kamers en boezems”, Hartwijzer
  6. Bronlink Weblink bron
    Van Etten, R.J.G.
    “Verkenning van veenkaden - Veranderingen in de tijd en karakteristieke profielen” (2006), Rijkswaterstaat-DWW, p. 9
  7. Bronlink geraadpleegd op 11-12-2021 Weblink bron “Het juiste waterpeil kiezen”, Hoogeheemraadschap van Delfland
  8. NRC 29 februari 2016
  9. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be