bojaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bojaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bojaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bojaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bojaar is hier. De definitie van het woord bojaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbojaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·jaar
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Russisch, in de betekenis van ‘adellijke grootgrondbezitter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824
enkelvoud meervoud
naamwoord bojaar bojaren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bojaarm

  1. (geschiedenis) adellijk grootgrondbezitter in de Slavische landen vanaf de 10e eeuw tot de revoluties
Vertalingen

Gangbaarheid

21 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen