bondslid
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bondslid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bondslid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bondslid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bondslid is hier. De definitie van het woord bondslid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbondslid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bonds·lid
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | bondslid | bondsleden |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bondslid o
- iemand die lid is van een vakbond
- lid van een sportbond
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1. vakbondslid
Gangbaarheid
- Het woord bondslid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bondslid" herkend door:
| 96 % | van de Nederlanders; |
| 95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 03-03-16, Munsterman moet vrezen voor royement KNVB
- ↑ De Standaard 23/11/2015 Michael Laudrup past voor Deense nationale elf
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
