boosteren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boosteren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boosteren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boosteren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boosteren is hier. De definitie van het woord boosteren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboosteren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • boos·te·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
boosteren
boosterde
geboosterd
zwak -d volledig

boosteren

  1. iets versterken door het nogmaals te doen of toe te dienen
  2. een extra keer vaccineren om de immunologische respons te verbeteren
     Wat ook meespeelt is dat Nederland er slecht voorstond. "De ziekenhuizen lagen toen nog vol. Weinig mensen hadden een booster gehad en we hadden ongelooflijk weinig kennis over wat er zou gebeuren. Op basis daarvan hebben we gezegd: we moeten wat tijd kopen." In andere landen was die noodzaak er minder, volgens Bonten, omdat ze in de rest van Europa veel verder waren met boosteren.[1]
     Chronisch zieken maken zich zorgen om de planning van hun boostervaccinatie. Bij de vorige vaccinatieronde kregen ze voorrang, maar nu gaat het boosteren op geboortejaar. Het gevolg voor deze zogenoemde griepprikgroep is dat er meer tijd zit tussen de tweede prik en de boosterprik.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 18 juni 2023 Weblink bron “Nederland zat een maand in lockdown. Was dat wel nodig?” (Zaterdag 15 januari 2022, 06:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 juni 2023 Weblink bron “Frustraties om late boosterprik, chronisch zieken wijken uit naar buitenland” (Donderdag 9 december 2021, 21:26), NOS