bootkoper

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bootkoper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bootkoper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bootkoper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bootkoper is hier. De definitie van het woord bootkoper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbootkoper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • boot·ko·per
enkelvoud meervoud
naamwoord bootkoper bootkopers
verkleinwoord - -

de bootkoperm

  1. iemand die een pleziervaartuig aanschaft
     Bart Kempers: "Vrijwel elke potentiële bootkoper op de steiger heeft eerst thuis achter de computer al flink wat huiswerk gedaan.”[1]
     Vink beaamt dat jachtmakelaars zware tijden doormaken: “Vorig jaar trad al een vertraging op in de verkoop van gebruikte schepen. Daar zijn de stille winterperiode en de economische crisis nog eens bovenop gekomen. Het is een echte kopersmarkt nu, net als bij de huizen. Bootkopers bieden gerust vijftig procent minder dan de vraagprijs,” weet hij.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2021 Weblink bron Gearchiveerde versie De jachtmakelaar in actie : Bart Kempers van Kempers Watersport: in: Yachtfocus Magazine, nr. 92 (juni 2012), p. 30 kol. 1/2
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2021 Weblink bron “'Geen nieuwe boot maar een betere oude'” (8 mei 2009) op bndestem.nl op Wikipedia