bouwbedrijf
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwbedrijf. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwbedrijf, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwbedrijf in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwbedrijf is hier. De definitie van het woord bouwbedrijf zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwbedrijf, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Geluid: bouwbedrijf (hulp, bestand)
- bouw·be·drijf
- samenstelling van bouw en bedrijf
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | bouwbedrijf | bouwbedrijven |
| verkleinwoord | bouwbedrijfje | bouwbedrijfjes |
het bouwbedrijf o
- (bedrijf), (bouwkunde) een bedrijf voor het bouwen van woningen, gebouwen en gelijksoortige constructies
- Kongō Gumi was een Japans bouwbedrijf dat ruim 1400 jaar heeft bestaan, en daarmee het oudste bedrijf ter wereld was.
1.
- Het woord bouwbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bouwbedrijf" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
