bouwnummer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwnummer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwnummer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwnummer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwnummer is hier. De definitie van het woord bouwnummer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwnummer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
De vroegere reddingboot van Lauwersoog op Wikipedia (nl) de Gebroeders Luden op Wikipedia (nl) had het bouwnummer 263.
  • bouw·num·mer
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwnummer bouwnummers
verkleinwoord - -

het bouwnummero

  1. (bouwkunde) nummer waarmee afzonderlijk te verkopen onderdelen van een bouwproject wordt aangeduid
    Niet te verwarren met het huisnummer, dat meestal pas later door de gemeente wordt toegekend.
     De verkoop is gestart en mensen kunnen tot maandag 4 april aangeven welk bouwnummer hun voorkeur heeft.[1]
  2. (scheepvaart) nummer waarmee een schip tijdens de bouw wordt aangeduid, voordat het met een naam gedoopt is
     De trappen af, tot ze vlakbij het schip waren, dat nog geen naam had, alleen een nummer: ja, 214, heette het, bouwnummer 214.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 12 juli 2024 Weblink bron “Hakketak, Francine sprak… Ab van der Wiel en Margot Simons van De Meelfabriek” (4 april 2016) op nu.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 juli 2024 Weblink bron
    Hans van Wetering
    De documentalist in: Parmentier., jrg. 15 nr. 2 (juni 2006), p. 137/138