bouwtechnisch
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwtechnisch. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwtechnisch, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwtechnisch in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwtechnisch is hier. De definitie van het woord bouwtechnisch zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwtechnisch, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bouw·tech·nisch
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw zn en technisch bn
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | bouwtechnisch | bouwtechnischer | |
| verbogen | bouwtechnische | bouwtechnischere | |
| partitief | bouwtechnisch | bouwtechnischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bouwtechnisch
- (bouwkunde) de bouwkunde betreffende
- ▸ De crisis heeft flink huisgehouden in architectenland. In 2008 waren er nog ruim 14.500, nu zijn er nog maar 6500 architecten, bouwtechnisch tekenaars, en bestekschrijvers. Ook de omzetten zijn dramatisch gedaald.
- ▸ Bouwtechnisch onderzoek heeft uitgewezen dat de vooroorlogse huizen stabiel en veilig zijn. Morgen worden in de woningen trillingsmeters geplaatst.
- ▸ De teamleden hebben bouwtechnisch inzicht en beschikken over speciale zoekapparatuur om slachtoffers op te sporen. Ook hebben ze gereedschap en materieel bij zich om de bouwconstructie te stabiliseren.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bouwtechnisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Minimumtarief voor zzp-architecten” (20-07-2015), NOS
- ↑ Weblink bron “Bewoners trillende huizen Rotterdam weer naar huis” (24-11-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “Dat niemand omkwam bij de gasexplosie in Den Haag 'is een wonder'” (28-01-2019), NOS
